donderdag 20 november 2014

Absintalsem: veelzijdig, krachtig en klaar voor eerherstel

Absintalsem (Artemisia absinthium) is een erg mooie plant, daarom alleen al verdient hij een plaatsje in de (kruiden)tuin. Wel moet je hem een beetje in toom houden, anders wordt hij wat groot. Ook zijn zaailingen doen het goed en spoedig vind je ze overal. Het geslacht Artemisia uit de familie Asteraceae bevat zeer vele soorten, waaronder ook Bijvoet (Artemisia vulgaris) en Dragon (Artemisia dracunculus).

Ik vind hem erg overtuigend wanneer hij bloeit, de geur is erg sterk, bijna bewelmend en op dit moment wordt hij meestal ook geoogst. De concentratie aan inhoudsstoffen wordt hoger tijdens de bloei, en dan is hij dus op zijn bitterst.

Medicinaal is het een plant met een erg lange traditie en vooral door zijn gebruik in absinth is hij in opspraak gekomen. Het gebruik in alcoholische dranken dat toegelaten is volgens de Europese Unie is afhankelijk van het thujon gehalte. Recente onderzoeken tonen aan dat de invloed van het thujon gehalte in de vroegere absinth overschat is, en dat het “absinthisme” vooral te wijten was aan de alcohol. Eigenlijk zou de plant dus best in ere mogen hersteld worden na deze historische blunders.

In de volksgeneeskunde werd de plant al bij de Egyptenaren gebruikt als ontsmettend, stimulerend middel, als tonicum en als remedie bij koorts en pijnlijke maandstonden. Hippocrates beveelde het aan bij geelzucht; Plinius en Dioscorides beschrijven het extract als werkzaam tegen gastro-intestinale wormen. In de middeleeuwen werd het gebruikt tegen lintwormen en verder zijn er nog beschrijvingen te vinden die het hebben over werkzaamheid tegen zeeziekte, anti-katermiddel en zeker ook de stimulering van de spijsvertering, waarvoor het tegenwoordig nog steeds bekend staat. Ook Dodoens beschrijft deze vele toepassingen zoals de anti-katerwerking, de werking op de spijsvertering, lever en gal, maar ook de werking van een aftreksel met alsem om boeken en geschriften te beschermen tegen muizen.

                                                             afbeelding: uit Dodoens Cruijdeboeck 1554


De eetlustopwekkende effecten werden vroeger veel toegepast door het gebruik van absintwijn. In een recept van 1907 bereidde men het als volgt:
  • 40 gram kruid en bloemen
  • 40 gram goede brandewijn
  • deze twee in een liter goede witte wijn laten trekken gedurende 4 dagen
  • na filtering bekomt men de absintwijn

Echte absinth is iets heel anders, kort samengevat omdat men hier met een (alcohol-water) maceratie van kruiden werkt die men dan achteraf distilleert, zodat de alcohol en de aroma's overdistilleren en de waterfractie met bitterstoffen achterblijft. Nadien volgt de afwerking door een tweede maceratie met bepaalde kruiden en aanpassing van het alcoholgehalte.

De geur en aroma's van de alsem zijn ook geweldig als je het verbrandt en dus als wierook gebruikt, bijvoorbeeld een takje in je vuurkorf waar de hele tuin van geurt. Het is ook in de moderne hekserij een veelgebruikt kruid in een kruidwis, een bundel kruiden met een magisch doel. Het wordt in de magie als wierook gebruikt voor het versterken van paranormale krachten, in liefdesdrankjes en om geesten op te roepen.

Een andere toepassing waarvoor het kruid werd gebruikt vroeger was in geneeskrachtige bieren in de middeleeuwen, al dan niet toegevoegd tijdens of na het brouwproces. John Bickerdycke schreef hier in 1890 over voor het behandelen van koorts:
Wormwood ale for fevers:
Fever patients are recommended to drink during a period of thirty days days an infusion of clear ale and wormwood, githgrife, betony, bishop-wort, marrubium, fen mint, rosemary and other herbs.

Wormwood is absintalsem, githgrife zou mogelijk de giftige Bolderik (Agrostemma githago) kunnen zijn, betony en bishop-wort zijn namen voor Betonie of koortskruid (Stachys officinalis) en eventueel andere kruiden, marrubium is de Malrove (Marrubium vulgare), fen mint is hoogstwaarschijnlijk watermunt (Mentha aquatica), rosemary is rozemarijn. Hierbij kan je zien dat het niet altijd simpel is om op basis van een algemene naam van vroeger de juiste soort te bepalen. Zeker als men recepten gaat namaken van vroeger moet men goed opzoekingswerk verrichten.


Absintalsem is dus een erg traditionele en veelzijdige plant, waar men geen schrik van moet hebben. We mogen hem gerust koesteren!


Geraadpleegde bronnen:
Lachenmeier et al. J. Agric. Food Chem. 2008, 56, 3073–3081
EMEA/HMPC/234444/2008. Assessment Report On Artemisia absinthium L., Herba
Geo Davis. De geneesheer der volken. 1907.
Dodoens Cruijdeboeck 1554
http://wormwoodsociety.org
Scott Cunningham. Groene Magie, De verborgen krachten van het plantenrijk. Altamira-Becht. Derde druk 2010.
Stephen Harrod Buhner. Sacred and herbal healing beers, the Secrets of Ancient Fermentation. Siris Books, 1998.
http://oldenglish-plantnames.org