Absintalsem (Artemisia absinthium)
is een erg mooie plant, daarom alleen al verdient hij een plaatsje in
de (kruiden)tuin. Wel moet je hem een beetje in toom houden, anders
wordt hij wat groot. Ook zijn zaailingen doen het goed en spoedig
vind je ze overal. Het geslacht Artemisia uit de familie Asteraceae
bevat zeer vele soorten, waaronder ook Bijvoet (Artemisia
vulgaris) en Dragon (Artemisia
dracunculus).
Ik vind hem erg
overtuigend wanneer hij bloeit, de geur is erg sterk, bijna bewelmend
en op dit moment wordt hij meestal ook geoogst. De
concentratie aan inhoudsstoffen wordt hoger tijdens de bloei, en dan
is hij dus op zijn bitterst.
Medicinaal is het een plant met een erg
lange traditie en vooral door zijn gebruik in absinth is hij in
opspraak gekomen. Het gebruik in alcoholische dranken dat toegelaten
is volgens de Europese Unie is afhankelijk van het thujon gehalte.
Recente onderzoeken tonen aan dat de invloed van het thujon gehalte
in de vroegere absinth overschat is, en dat het “absinthisme”
vooral te wijten was aan de alcohol. Eigenlijk zou de plant dus best
in ere mogen hersteld worden na deze historische blunders.
In de volksgeneeskunde werd de plant al
bij de Egyptenaren gebruikt als ontsmettend, stimulerend middel, als
tonicum en als remedie bij koorts en pijnlijke maandstonden.
Hippocrates beveelde het aan bij geelzucht; Plinius en Dioscorides
beschrijven het extract als werkzaam tegen gastro-intestinale wormen.
In de middeleeuwen werd het gebruikt tegen lintwormen en verder zijn
er nog beschrijvingen te vinden die het hebben over werkzaamheid
tegen zeeziekte, anti-katermiddel en zeker ook de stimulering van de
spijsvertering, waarvoor het tegenwoordig nog steeds bekend staat.
Ook Dodoens beschrijft deze vele toepassingen zoals de
anti-katerwerking, de werking op de spijsvertering, lever en gal,
maar ook de werking van een aftreksel met alsem om boeken en
geschriften te beschermen tegen muizen.
afbeelding: uit Dodoens Cruijdeboeck 1554
De eetlustopwekkende effecten werden
vroeger veel toegepast door het gebruik van absintwijn. In een recept
van 1907 bereidde men het als volgt:
- 40 gram kruid en bloemen
- 40 gram goede brandewijn
- deze twee in een liter goede witte wijn laten trekken gedurende 4 dagen
- na filtering bekomt men de absintwijn
Echte absinth is iets heel anders, kort
samengevat omdat men hier met een (alcohol-water) maceratie van
kruiden werkt die men dan achteraf distilleert, zodat de alcohol en
de aroma's overdistilleren en de waterfractie met bitterstoffen
achterblijft. Nadien volgt de afwerking door een tweede maceratie met
bepaalde kruiden en aanpassing van het alcoholgehalte.
De geur en aroma's van de alsem zijn
ook geweldig als je het verbrandt en dus als wierook gebruikt,
bijvoorbeeld een takje in je vuurkorf waar de hele tuin van geurt.
Het is ook in de moderne hekserij een veelgebruikt kruid in een
kruidwis, een bundel kruiden met een magisch doel. Het wordt in de
magie als wierook gebruikt voor het versterken van paranormale
krachten, in liefdesdrankjes en om geesten op te roepen.
Een andere toepassing waarvoor het
kruid werd gebruikt vroeger was in geneeskrachtige bieren in de
middeleeuwen, al dan niet toegevoegd tijdens of na het brouwproces.
John Bickerdycke schreef hier in 1890 over voor het behandelen van
koorts:
Wormwood ale for fevers:
Fever patients are
recommended to drink during a period of thirty days days an infusion
of clear ale and wormwood, githgrife, betony, bishop-wort, marrubium,
fen mint, rosemary and other herbs.
Wormwood is
absintalsem, githgrife zou mogelijk de giftige Bolderik (Agrostemma
githago) kunnen zijn, betony en bishop-wort zijn namen voor
Betonie of koortskruid (Stachys officinalis) en eventueel
andere kruiden, marrubium is de Malrove (Marrubium vulgare),
fen mint is hoogstwaarschijnlijk watermunt (Mentha aquatica),
rosemary is rozemarijn. Hierbij kan je zien dat het niet altijd
simpel is om op basis van een algemene naam van vroeger de juiste
soort te bepalen. Zeker als men recepten gaat namaken van vroeger
moet men goed opzoekingswerk verrichten.
Absintalsem is dus een erg
traditionele en veelzijdige plant, waar men geen schrik van moet
hebben. We mogen hem gerust koesteren!
Geraadpleegde bronnen:
Lachenmeier et al. J.
Agric. Food Chem. 2008, 56, 3073–3081
EMEA/HMPC/234444/2008.
Assessment Report On Artemisia absinthium L., Herba
Geo Davis.
De geneesheer der volken. 1907.
Dodoens
Cruijdeboeck 1554
http://wormwoodsociety.org
Scott
Cunningham. Groene Magie, De verborgen krachten van het plantenrijk.
Altamira-Becht. Derde druk 2010.
Stephen
Harrod Buhner. Sacred and herbal healing beers, the Secrets of
Ancient Fermentation. Siris Books, 1998.
http://oldenglish-plantnames.org